Toen we nog in Rotterdam woonden, hadden we een kleine tuin. Maar die was grotendeels bedekt met tegels en kunstgras. Erg onderhoudsvriendelijk, maar niet bepaald een paradijs voor groene vingers. Onze andere ‘groene projecten’ bestonden uit een basilicumplantje in de vensterbank dat het na drie weken opgaf en een grote Monstera (gatenplant) die Jeroen kreeg toen hij de marathon van Rotterdam had gelopen. Dat was ongeveer het meest levende groen in huis.

Toch speelde al langer het verlangen om dichter bij de natuur te leven. Jeroen had als kind bij zijn ouders al de smaak een beetje te pakken: hij had jarenlang een eigen stukje tuin gereserveerd voor een paar tomatenplanten en precies drie radijzen.
Sterre kreeg naast aardbeitjes en aardappels, een moestuin op latere leeftijd mee toen haar moeder regelmatig verse groenten haalde bij een zelfoogsttuin. De echte vonk sloeg over toen we besloten om zelfvoorzienend te gaan leven. Want als wij ergens voor gaan, dan doen we dat vol overgave. Al doende leer je en geloof ons, dat is heel veel! De vreugde van zelf zaaien, verzorgen en oogsten zat er bij ons allebei al snel in. Groenten uit eigen tuin smaken niet alleen beter, het geeft ook enorm veel voldoening.
De start van ons zelfvoorzienende leven.
Toen het plan ontstond om naar Frankrijk te verhuizen, spraken we één ding direct uit: we willen zelfvoorzienend gaan leven. Eten verbouwen, buiten leven, leren van het land. Een moestuin zou hoe dan ook onderdeel worden van ons nieuwe avontuur.
De droom die ontstond was helder: zelf groenten verbouwen, weten waar je eten vandaan komt en de kinderen meegeven hoe de natuur werkt. Niet vanachter een scherm, maar met hun handen in de aarde!

Van overwoekerd bramenbos naar groentetuin
De eerste uitdaging? De grond. Die bleek vooral te bestaan uit keiharde klei, vermengd met stenen, oude wortels en meer dan genoeg onkruid. Ideaal dus, als je van fysieke arbeid houdt 😅 gelukkig is dat precies waar Jeroen in uitblinkt. Met een pikhouweel, schop, kruiwagen en een flinke dosis doorzettingsvermogen ging hij de strijd aan met de aarde.
Onze moestuin hebben we uitgezet volgens een zorgvuldige tekening van het landschap, gemaakt door Sterre. We bedachten waar we de serre wilden plaatsen en waar de dierenweides kwamen. De moestuin moest dichtbij het huis en het meer komen, zodat we met een pomp het water eruit konden halen voor het besproeien van de tuin en om op te slaan in grote vaten. We proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van de helling die het landschap heeft waardoor een pomp voor het water in veel gevallen niet nodig is.
We lazen boeken over permacultuur en handige tips via instagram. We namen een online curcus van bekenden met groene vingers, maar leerde vooral van onze eigen fouten. We werkten met een zorgvuldig zaaischema. Niet alles tegelijk de grond in, maar gespreid in de juiste periodes, zodat we steeds nieuwe dingen konden oogsten. Courgettes, boontjes, pompoenen, wortels, sla, doperwten… we gaven elk gewas zijn eigen moment. Niet omdat we al wisten hoe het moest, maar omdat we het graag goed wilden doen. En ja, soms volgden we het schema braaf, en soms gooiden we het halverwege weer overboord omdat de natuur toch zijn eigen plan trok, of wij?
Successen en mislukkingen
Sommige dingen gingen wonderbaarlijk goed. De courgettes groeiden alsof ze een eigen leven leidden. We konden op een gegeven moment bijna dagelijks soep, quiche of cake maken. Ook de uien doen het geweldig sinds ze op de ezelmest groeien. En de doperwten? Die worden aan de lopende band geplukt door de kinderen en opgegeten alsof het snoepjes zijn.

Andere dingen, zoals de wortels, bleven eigenwijs klein of kwamen niet op en de prei gaf er vroegtijdig de brui aan. In het eerste jaar sloeg ook tomatenziekte (Phytophthora) genadeloos toe. Maar dat hoort erbij. En ondertussen is de grond een stuk vruchtbaarder geworden, maar optimaal is de grond nog niet. Dat komt in de jaren wel.
Wat we leerden van het land
Een moestuin leert je dingen die je nergens anders leert: geduld bijvoorbeeld. Of het accepteren van imperfectie (want die kromme tomaten smaken echt beter dan ze eruitzien). We leerden ook dat het oke is om fouten te maken. De natuur vergeeft veel, als je maar blijft proberen. Het lastigste voor ons is dan vooral dat we een jaar moeten wachten. Maar ooh zo fijn dat de seizoenen ons dit meegeven.
We gebruiken nu onze eigen compost, zoals mest van de ezels en kippen, gemengd met compost die we met de aanhanger ophalen. Daardoor begint onze kleigrond zich echt om te vormen tot een vruchtbare bodem waar we trots op zijn.

En we leren nog steeds. Van het weer, van de insecten, van de planten, en van onze kinderen. Die met hun vragen ons blijven uitdagen. Zoals Salomon, die zich afvraagt: “Waarom kunnen deze planten wel naast elkaar en deze niet?”
Kleine en grote handen in de aarde
De moestuin is een ontdekplek voor ons allemaal. Dalore vindt het geweldig om te helpen met zaaien, Salomon onderzoekt alles met een nieuwsgierige blik, Pippa wandelt tussen de bedden alsof het haar eigen koninkrijk is waarin zij zoekt naar iets te snoepen en Faber en Midas zien alles aan voor onkruid en zorgen voor wat extra werk.
Wat ook bijzonder is: onze gasten staan vaak letterlijk te springen om een middagje in de moestuin mee te helpen. Handen in de aarde, leren over composteren of gewoon in stilte of juist kletsend bezig zijn met wieden of oogsten. Het werkt aanstekelijk en verbindend, dat is onze ervaring.
Van grond naar bord
Wat er geoogst wordt, belandt meestal direct in onze keuken, of nog niet eens… maar soms ook op de borden van onze gasten. Ons doel is om dit ooit volledig uit onze moestuin te kunnen doen. We maken salades voor bij de bbq, soepen, pasta’s, en natuurlijk beleg voor de pizza’s. Maar het gevoel dat je iets eet dat je zelf hebt gezaaid, verzorgd en geoogst… dat blijft magisch. En de smaak is verrukkelijk! Je bent niet de eerste die thuis ook begint met eigen groenteplantjes.
En sommige gewassen, zoals aardbeien, tomaten, courgette of pompoen, verwerken we tot saus of soep en wekken- of vriezen we in zodat we ook in de winter kunnen genieten van onze zomeroogst.

Op naar het volgende seizoen
Inmiddels hebben we geleerd wat werkt op onze grond, welke groenten het goed doen in ons klimaat en hoe we beter kunnen plannen. We hebben steeds meer de juiste gereedschappen en kennis in huis. Maar de moestuin blijft een plek waar we blijven leren, experimenteren en verwonderen.
Het is een plek van rust, ritme en groei. Voor ons, voor de kinderen, en voor wie even wil ervaren wat het is om met je handen in de aarde te zitten. We kijken uit naar het aankomend seizoen – met nieuwe zaden, nieuwe plannen en misschien weer een paar verrassingen. Maar één ding weten we zeker: deze tuin maakt deel uit van wie wij zijn geworden.